Groot nieuws deze week, dat de Nachtwacht onder handen gaat. De restauratie in het Rijksmuseum zal te vergelijken zijn met een ‘ziekenhuisbezoek’. Aan de hand van allerlei onderzoeken stellen de restauratoren hun diagnose en gaan ze volgens een behandelplan aan het werk. Ondertussen is Maria Stolk al met het behandelplan van de jachtbreak van Kasteel de Haar bezig. Haar aanpak is niet zo wezenlijk anders dan die in het Rijks….
Er zijn geen glazen wanden nodig om het publiek op afstand te houden, en er is geen aanleiding om een universiteitsscanner of chromatograaf in te schakelen, maar de oplosmiddelen en de wattenstaafjes om de oude vernis te verwijderen zijn precies dezelfde. Ook de techniek om verf die loslaat vast te zetten is gelijk als bij de restauratie van een oude meester.
Een enkeling zal over een jaar misschien vragen: wat is er precies gedaan aan de jachtbreak? Maar wie het wekelijkse verslag van restauratiecentrum Stolk leest, weet dat er véél gebeurt. Scheuren in het hout zijn gerepareerd, verbogen smeedwerk is rechtgezet, een afgebroken klep vervangen, gespen en leerwerk gereinigd en ondertussen is Maria Stolk met monnikengeduld bezig om de verf vast te zetten en te reinigen. En straks zal ze de ontbrekende details aanvullen met verf die dezelfde pigmenten bevat als indertijd door de meester-schilder van Mühlbacher is gebruikt. Daarvoor is nog een ‘verwijzing van de specialist’ nodig. En dat allemaal vanuit het besef dat dit rijtuig in originele staat ook voor onze kinderen en kleinkinderen behouden moet blijven. Ook daarin verschillen de Nachtwacht en de rijtuigen van Kasteel de Haar niet zo bijster veel van elkaar.
De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Foto boven: Met precisie zet Maria Stolk van OldtimerRestauratie Stolk Balkbrug de onthechte verf van een rugleuning weer vast.