Buitenplaats Bantam in ’s-Graveland, 1888. De meeste bewoners van de buitenplaatsen in en rond ‘s-Graveland woonden er alleen in de zomer, ’s winters brachten de families door in hun Amsterdamse grachtenpaleisjes. Dat bracht dus tweemaal per jaar een flinke reis met zich mee, aanvankelijk per slome trekschuit of al hobbelend over slechte wegen in een diligence. Met de komst van het treinstation in Hilversum in 1874 was het een stuk comfortabeler om heen en weer te reizen naar Amsterdam.
In het koetshuis van de buitenplaatsen stonden met name functionele rijtuigen: de omnibus voor vervoer van en naar het station te brengen, een coupé om naar de kerk te gaan, de victoria om zomerse tochtjes te maken en enkele sportrijtuigen als een américaine, dogcart of break.
In de tijd van de foto was Bantam eigendom van Maurits Jacob van Lennep (1830-1913) en zijn echtgenote Caroline Wilhelmina van Loon (1833-1899). Hij was de zoon van de schrijver en politicus Jacob van Lennep. Het echtpaar bouwde hun buitenhuis in 1878 en dat was in 1971 zo vervallen dat het is afgebroken; er rest nu niets meer dan een paar bordestreden. Het landgoed ligt aan de Franse Kampweg (N236, provinciale weg Weesp-Bussum), ter hoogte van Hilversumse Meent.
foto: Rijksdienst Cult.Erfgoed