Dinsdag kwamen ze in Voorschoten aan, de parkrijtuigen van Kasteel Duivenvoorde die in het afgelopen half jaar zijn gerestaureerd. Niet zo maar over-gekwast, maar met uiterste precisie schoongemaakt en bijgewerkt in het restauratieatelier Stolk in Balkbrug.
Projectleider Nicolaas Conijn is enthousiast, zeker als hij de plaatjes van ‘voor’ de restauratie er bij pakt. “Ze zijn net zo behandeld als het meest kostbare meubelstuk”, vertelt hij, “zodat ook de volgende generaties mogen zien hoe een bokkenkar, een ezelwagen en een ponyrijtuig er van oorsprong uitzagen: welke verf is gebruikt, hoe de stoffering is aangebracht en wat op de bodem ligt. Ze zijn in feite ‘museaal geconserveerd’, maar met hier en daar een herstelling, zodat er weer een ritje mee te maken is.”
En vanochtend zijn ze door de firma Stolk naar buiten gereden, klaar voor transport naar de plek waar ze al ruim een eeuw geleden hun thuishaven vonden. Ze komen vanmiddag thuis. Na een halve eeuw in het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek te hebben gestaan, zijn ze dan terug in het koetshuis van Kasteel Duivenvoorde.
Aanstaande zondag 19 augustus kunt ook u de voertuigjes in vol ornaat komen bewonderen op de Parkrijtuigendag in het park van Kasteel Duivenvoorde. Op die dag zijn ook rondleidingen door het huis. Maar vooraf reserveren is nodig. Kijk voor meer informatie & toegangskaartjes op deze link van kasteelduivenvoorde.nl
Drie van de vier rijtuigen in dit project komen uit het beheer van Borg en Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord en gaan over in langdurig bruikleen door Kasteel Duivenvoorde. Dit project is mede mogelijk gemaakt door Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Dioraphte, Stichting der Heerlijkheden Oosterland, Sirjansland en Oosterstein, Stichting Bredius en Stichting Bonhomme Tielens.
De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Foto boven: De drie parkrijtuigen, klaar voor transport naar Kasteel Duivenvoorde, en in bruikleen gegeven door Museum Nienoord