“Er wordt al het een en ander gedaan aan preventieve conservering maar dit kan beter! Vooral als het gaat om schoonmaken, klimaat en ongedierte is er nog wel wat werk te doen”, is de eerste conclusie van Iris van den Heuvel, die voor haar studie ‘cultureel erfgoed’ aan de Reinwardt Academie een afstudeeronderzoek doet naar de omstandigheden waarin musea en particulieren hun rijtuigen stallen. Dat de 23-jarige studente juist dit onderwerp kiest heeft te maken met haar interesse in authentiek gerij en ze vroeg zich af: “Het is opvallend dat er veel gerestaureerd wordt. Maar hoe zit het eigenlijk met kennis op het gebied van preventieve conservering?” Ze voerde haar opdracht uit in samenwerking met de Stichting Hippomobiel Erfgoed.
Dat de meeste rijtuigen in de loop van de afgelopen eeuw, als ze al niet werden gesloopt, nutteloos in een schuur of stal stonden te vermolmen, verrotten en verdrogen is een feit. Maar hoe is dat nu? Iris bezocht zes plaatsen waar rijtuigen zijn gestald, geklasseerd volgens het ASHREA-systeem: het Nederlands Openlucht Museum, Museum van Loon, de privécollectie van Gerard Engbers, kasteel Twickel en Museum Nienoord. “In het ene geval staat de deur wagenwijd open en in het andere is er een volledig gecontroleerde situatie van luchtvochtigheid, licht en temperatuur”, stelt zij, “Het levert in ieder geval al genoeg tips en aanbevelingen op die nuttig zijn voor iedereen die rijtuigen stalt, zeker ook voor particuliere liefhebbers.” Het onderzoek gaat een poster opleveren: een ‘preventieve conserveringswijzer’ en als deze klaar is kan iedereen hem downloaden op deze site: www.hippomobielerfgoed.nl.