Ook vroeger waren er van die mensen die boven alles en iedereen uit staken door de bijzondere manier waarop ze met tuig- en koetspaarden omgingen. Jan Wijma (1868-1930) bijvoorbeeld. Zijn naam duikt voor het eerst op in de provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 augustus 1897: “Liefhebbers van Paardrijden. Gedurende eenige dagen te Assen gestald paarden uit de stadsmanege te Groningen. Tegen billijke voorwaarden te huur. Aanmelding bij den pikeur J. Wijma, Stationskoffiehuis.”
Als deze koopmanszoon in 1900 in Groningen trouwt met de 26-jarige Grietje van der Ploeg, is hij van beroep koetsier, net als zijn schoonvader. Dus het laat zich raden waar de twee elkaar tegen het lijf liepen: tussen de paarden. Maar Jan mag zich in de stadsmanege ‘pikeur’ noemen, want dat klinkt chiquer. Aanvankelijk zorgt Jan voor de manegepaarden en dat is een tikje saaie baan. Dat verandert wanneer de gemeente de manege, die aanvankelijk als hengstenstation was opgericht door industrieel Scholten, in 1900 verhuurt aan de Provinciale Vereniging ter Bevordering van de Paardenfokkerij als dresseerschool. Jan is dan één van de pikeurs die er aan de slag gaat met het africhten van tuigpaarden en trainen van dravers voor de drafbaan. Jan doet beide. Het waren twee disciplines die in die tijd nog volledig door elkaar lopen; ook wat betreft het type paarden en de fokkerij. De boeren in de omgeving van de stad brengen jonge paarden die veelal wel wat boerenwerk kenden, naar de dresseerschool om ze daar verder te laten africhten. Maar Jan Wijma brengt de dieren ook uit op het concours hippique of de drafbaan. Na de sluiting van de dresseerschool in 1921 als zelfstandige. Succesvol: vijf jaar later haalt hij zijn zestigste medaille op de baan. En ondertussen lopen in zijn ‘gouden handen’ tal van tuigpaarden naar het oranje lint. Bijvoorbeeld het vierspan bruinblessen, Wachtels Bles en Nico van mevrouw Kloppenburg, en Robert en Bertram van de heer Vinkers. Of de koffievossen van koffiehandelaar Tiktak in het span en in het tandem.
28 augustus
In 1929 viert Jan zijn dertigjarig jubileum op de kortebaandraverij ter gelegenheid van het Gronings ontzet op 28 augustus. Hij doet dat door met een zesspan op de baan te komen, en dat levert hem een krans, een mooie zweep van de firma Wald en een enveloppe met inhoud op. Het Nieuwsblad van het Noorden legt uit waarom: “Hij is een van de bekendste pikeurs van ons land uit de tuigpaardenwereld. De huldiging geschiedt op initiatief van het Bestuur van de Vereeniging voor Volksvermaken te Groningen, waaraan ook door vele bekende figuren uit de paardensportwereld zal worden deelgenomen. Een rijke loopbaan heeft Wijma zeer zeker gehad. Hij heeft medegemaakt den glorietijd in de paardenfokkerij, hij heeft gediend eminente mannen uit de geschiedenis der Groninger paardenfokkerij. Dan denken wij aan mannen als wijlen D. Welt, K. Tiktak, Jonker Alberda, ten Cate Vissering. Groote successen heeft Wijma geoogst, talloos vele paarden heeft hij ter overwinning gevoerd. Begonnen is hij met het paard Emir van den heer Hendriks, waarmede hij in 1899 voor het eerst uitkwam op de 28 Augustuskeuringen. Zijn successen heeft hij voortgezet met letje en Klasina van den heer Meijer te Noordwolde, met Favoriet van den bekenden paardenman J. Oosterhuis te Holwierde. ’t Was toen in de jaren van 1905 en 1906. In die dagen voerde hij ook de teugels van den bekenden hengst Reclame, dien hij ook ter overwinning voerde. En dan Emir van den heer Dijksterhuis. Vergeten wij niet Justemanus en Meteoor van wijlen ten Cate Vissering! Met ongekend succes heeft hij drie jaren lang Willem en Blucher van wijlen den eminenten paardenliefhebber K. Tiktak op bekende en onbekende concoursvelden in den vreemde ten strijde gevoerd. Wie herinnert zich niet die zoo roem volle dagen? Wij doen slechts hier en daar een greep uit het levensboek van Wijma, maar onze vermelding zou toch onvolledig zijn, wanneer wij hierbij niet zouden vermelden wijlen den heer Bertus Vogelzang, den eenmaal gelukkigen eigenaar van het zegevierende span Keesje en Egbertine. Een en zestig eerste prijzen haalde Wijma met dit glorieuze span, het eerste jaar ƒ 3.800,-, het tweede jaar ƒ 4.000,- aan prijzen. In die jaren bracht Wijma op een onverschrokken wijze Regulus en Viervoet, de beide hengsten van de Ass. Helium, voor in ’t span. Noemen wij verder nog hengsten als Olivier, Bato, Xerxes (de Oude), Xerxes II en zoovele meer. Jan Wijma was het ook, die het bekende mooie paard van wijlen den bekenden fokker D. Welt met zooveel succes in den concoursring bracht. Het was Ingeborg, de mooie zwarte witvoet. En dan het succes te Dresden, waar Wijma met een vierspan een ereprijs haalde in een klasse van 17 vierspannen. De successen van de Groninger paarden in den vreemde zijn meestal door Wijma geoogst, en menig vergrijsde in de paardenwereld, menig oud-liefhebber, die mede heeft opgebouwd het mooie gebouw van de Groninger paardenfokkerij, zal terugdenken aan de gloriedagen uit het verleden toen Wijma zovele lauweren oogstte.”
Al die paarden van anderen zullen Jan Wijma nooit rijk maken, al levert iedere overwinning hem wel een tientje of paar gulden extra als prijzengeld op. Hij overlijdt al een jaar na zijn gloriemoment van de huldiging, op 25 juni 1930. Na een ‘korte ongesteldheid’, 61 jaar oud als vader van twee kinderen, en als grootvader van één kleinkind. Aan de 2de Willemstraat 15a te Groningen, een bescheiden burgerwoning in een rijtje. Hij was tot dat moment nog als aan het werk als trainer voor familie Evenhuis in Groningen.
Foto boven: tijdens zijn jubileum in 1929 komt Wijma met een zesspan op de baan.
Uit Het Noorden in Woord en Beeld, 1929: “De heer Wijma, de bekende pikeur en paardenkenner in Groningen, werd op het Stadspark naar verdienste gehuldigd: een 30-jarig pikeurs jubileum is het vieren meer dan waard en onder het aanbieden onzer welgemeende gelukwenschen geven we den geachten pikeur hier te midden van het bestuur van Volksvermaken.”
Pikeur Jan Wijma (1868-1930).
In de provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 augustus 1897.
1929: het vierspan bruinblessen, Wachtels Bles en Nico van mevrouw Kloppenburg, en Robert en Bertram van de heer Vinkers.