Terwijl zij nog bezig is met wat misschien wel het belangrijkste is bij de restauratie van de Grand Duc, is hij al druk met het uit elkaar halen van het derde rijtuigen in het project van Kasteel de Haar. Maria Stolk is met losse stukjes verf in de weer. Piet Stolk takelt de kast van de Calèche omhoog. Een update van wat er bij het restauratie-centrum in Balkburg gebeurt.
Van alle rijtuigen in het depot van het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek was de Grand Duc eigenlijk een soort kanarie in de mijngang. Bij dit rijtuig was jaren geleden als eerste zichtbaar dat er iets aan het klimaat in het depot moest gebeuren, want de verf aan zijpanelen bladderden er af. Daarmee kwamen ook de prachtige wapentjes die er op waren geschilderd in gevaar. Gelukkig is toen ingegrepen. De afgebladderde verf is tijdelijk vastgezet om verder verval te voorkomen en het klimaat is verbeterd. We zijn nu een half jaar op weg en de restauratie van de Grand Duc loopt op zijn einde. Het onderstel is weer in elkaar gezet, het bokkussen is met nieuw laken bekleed, om het oude linoleum op de vloer te beschermen zijn er uitneembare kleedjes gemaakt en de kaplijst blinkend gepolijst.
En pas nu is Maria Stolk bezig met die panelen die de restauratie ooit zo urgent maakte. Dat lijkt raar. “Helemaal niet”, is Maria resoluut, “die panelen zijn nog altijd het kwetsbaarst. Je wilt er niet aan denken, dat je ze perfect conserveert en vervolgens moet je de leren kap nog invetten of iets polijsten. Dan is de kans groot dat er weer stof of een spatje vuil op komt. Daarom doe ik dit als allerlaatste.” Het valt haar nog niet mee om te reinigen en de ontbrekende verf aan te vullen. “Zie je dat er minuscule stukjes verf van de wapenschildering zijn afgebroken. Die stukjes zijn achter de gebladderde verf gevallen en vormen nu een bultje. Zelfs met chirurgische techniek krijg je dat niet meer weg. Ik moet er van proberen te maken wat mogelijk is.” Om de wapentjes weer te perfectioneren komt binnenkort de kunstschilder Piet Eggen langs, die al eerder met de heraldiek op de jachtbreak bezig was.
“Och, och”, zucht Piet Stolk terwijl hij nog eens goed kijkt naar het volgende rijtuig van Kasteel de Haar, namelijk de Calèche. Hij heeft de bak van het onderstel getakeld en daarmee ligt nummer drie in het project nu uit elkaar. Maar de stoffering is in een nog beroerdere toestand dan gedacht, de disselboom past voor geen meter en een lamp blijkt in het verleden op zijn kop te zijn gevallen. Natuurlijk hebben ze vooraf een taxatie gemaakt, maar pas wanneer je zo’n object voorzichtig demonteert en echt goed gaat bekijken kan het alsnog mee- of tegenvallen. “Laten we het maar met projectleider Claas Conijn overleggen, want wat is wijs”, is het echtpaar Stolk van plan. Daar gaan ze samen uitkomen.
De vier rijtuigen in dit project komen uit het beheer van Borg en Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord en gaan over in langdurig bruikleen door Kasteel De Haar. Dit project is mede mogelijk gemaakt door VZW Pater David, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Bonhomme Tielens, VSB Fonds, Mondriaan Fonds en Stichting kasteel de Haar. De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Maria Stolk aan het werk met de zijpanelen van de Grand Duc.
Piet Stolk werkt aan een uitneembaar tapijtje op de knechtenbank van de Grand Duc, terwijl het bokkussen van datzelfde rijtuig nieuwe lakense stof krijgt.
De eerste stapjes bij de restauratie van de Calèche: de bak hangt nu letterlijk en figuurlijk in de riemen. ‘In de riemen’ is een vakterm voor rijtuig als dit, dat extra luxe is geveerd met ellipsveren en c-veren.