Afgelopen week mocht het Rijtuigenmuseum in Leek een nieuwe aanwinst in de vriezer schuiven. Van de heer Rietema uit Pieterburen kreeg het namelijk een tweewielige dogcart/demi-tonneau geschonken. Het museum krijgt regelmatig rijtuigen aangeboden, maar conservator Jan Zijlstra is kritisch in wat hij wil accepteren. Voor de tweewieler van Rietema maakte hij graag een uitzondering vanwege de originele staat en de herkomst.
Het rijtuig komt uit de schoonfamilie van Rietema en is waarschijnlijk gebouwd voor Reinder Kluiving (1860-1933), een niet onbemiddelde boer die in 1894 voor iets meer dan vijfduizend gulden een boerderij bouwen in Eext, gemeente Anloo. Bij zo’n boerderij hoorde zo’n rijtuig. Door vererving kwam de dogcart in bezit van de heer Rietema, die graag wil dat het museum voor het erfstuk gaat zorgen. De verf is nog dezelfde als rijtuigfabrikant Andreas Cezar er in Beerta opschilderde en ook de stoffering van de kussens is authentiek. In de komende tijd gaat de familie op zoek naar foto’s en meer historische gegevens. “Ik ga een bezoekje brengen aan de 89-jarige schoonmoeder van de heer Rietema, die weet het precieze verhaal te vertellen”, heeft Zijlstra zich voorgenomen. Voor nu staat het rijtuig in de vriescel van het museum om, ondanks de gave toestand, te voorkomen dat met de nieuwe aanwinst motten of houtwormen in het depot terechtkomen.
Eerder dit jaar kon het museum een tilbury van fabrikant Jacq. Met uit Alkmaar, een showwagentje van Loomans, tien sleden uit het Purmerends Museum, 25 schaalmodellen en een wagenmakermodel van een Friese Tilbury (schaal 1:2½) aan de collectie toevoegen.
De keuze een object al dan niet aan de museale collectie toe te voegen maakt Zijlstra in eerste plaats met Mario Broekhuis, bestuurslid van de Stichting Paard & Karos, de officiële eigenaar van de museumcollectie. Broekhuis is vrij stellig: “De collectie van Paard & Karos is kwalitatief van een hoog niveau en dat willen we zo houden. Feit is dat het aantal liefhebbers van rijtuigen snel afneemt en dat er veel aangeboden wordt. Je zou liefst al die rijtuigen willen redden. Maar dat kan niet. Je moet er kritisch en nuchter naar kijken: wat is de herkomst, hoe origineel is het, wat is de waarde voor de Nederlandse rijtuiggeschiedenis. En als er dan zo’n tweewieler als deze Cezar voorbij komt, dan zijn Zijlstra en ik het snel eens. Dit is een topper, die moeten we domweg bewaren voor het nageslacht.”
Lees hier het verhaal de maker van dit rijtuig.