Mevrouw Van Nievelt-van Hattum was een welgestelde dame uit Wassenaar die in de jaren tien en twintig van de vorige eeuw vooraan stond met haar hackneys. Niet alleen in Nederland, ook in Engeland kwam zij met de stalnaam ‘Holland’ bovenaan in de uitslagen. Elf jaar lang maakte zij furore op de International Horse Show in Londen. Tot de crisis toesloeg.  

Ariaantje Petronella Anna ‘Joan’ van Hattum (1881-1934) huwt in 1905 met de Rotterdammer Hendrik Antonie ‘Joan’ van Nievelt (1880-1948). Hij is directeur van de Rotterdamse Deli Maatschappij, een dominante speler in de wereldwijde tabakshandel. Haar vader verdiende een fortuin als baggeraar. Ariaantje groeide op in wat de dorpelingen in het Zeeuwse Ellewoutsdijk het ‘suikerpaleis’ noemen: het landhuis op de buitenplaats Zorgvliet, dat in alles op een sprookjespaleis uit Duizend-en-één-nacht doet denken.
In het jaar van hun huwelijk koopt het echtpaar Van Nievelt-van Hattum een deel van het landgoed rond het kasteel Oud Wassenaer, tussen de Rijksstraatweg en de huidige Laan van Hoogwolde. In de achttiende eeuw lag hier de buitenplaats Hoogwolde en die naam krijgt ook het nieuwe landhuis met garage annex chauffeurswoning dat het echtpaar laat bouwen. De tijd van koetsiers en koetshuizen is voor hen dan al voorbij.
Het huis dat uitkijkt op kasteel Oud Wassenaer gaat er zelfs de concurrentie mee aan in grootsheid en allure. Om dit nieuwe ‘buiten’ komt een hek te staan. Tuinbaas Jan Antonie Hilhorst zorgt er met zijn knecht -een die de Engelse taal beheerste- voor dat er een heerlijk park ontstaat, met voortdurend een pracht aan bloemen. In huis houden dienstmeiden de boel op orde. In een vacature voor een huisknecht staat dat deze naast tafeldienen en zilverpoetsen, genegen dient te zijn om andere huiselijke werkzaamheden te verrichten, waaronder het zorgen voor de kippen. Naast kippen zijn er Engelse koetjes en de paardjes van mevrouw.

Op de rode loper
In 1910 doet The Live Stock Journal bericht over de aankoop van een de kleine hackney-hengst Little Ruby ‘for a record sum’ van Mr. D.S. Carr uit Wembley door de heer Van Nievelt uit Wassenaar. Het mag dan een aankoop van meneer zijn, de hackneys zijn vooral de vrijetijdsbesteding van zijn echtgenote. Mevrouw baart met een andere nieuwe pony, de merrie Tissington Kiddy, al gelijk opzien op het concours hippique van Den Haag dat jaar. Haar overwinning in de rubriek ‘eigendom van particulieren’ op het sportterrein van Houtrust levert honderd gulden als prijzengeld op en een dag later behaalt Kiddy het algemeen kampioenschap. Ze schrijft daarmee de Challenge Cup op haar naam, een wisselbeker die ze in 1906 ook al in Den Haag behaalde, toen nog in eigendom van de Engelsman Frank Howard. Met een gouden medaille van de Hackney Horse Society is Kiddy de beste Nederlandse hackney van 1910. Na wederom een overwinning in Rotterdam komt de bruine op rust te staan en verschijnt pas in juli 1911 weer op het concoursveld, maar ditmaal blijft het bij een ‘eervolle vermelding’ in Den Haag. Het succes lijkt verdampt.
De tienjarige Kiddy gaat verder als fokmerrie en krijgt het volgende jaar een hengstveulentje met de naam Dianthus en als voorvoegsel ‘Holland’, de stalnaam van Van Nievelt. Holland Dianthus (v.Little Ruby) zal in de toekomst voor haar fokster nog een eerste prijs gaan halen op de London Hackney Show (1916). Overigens blijft mevrouw Van Nievelt niet onopgemerkt nu Kiddy niet meer in de spotlights staat, want de nieuwe aanwinst Mel-Valley Fume komt op de eerste plaats in de ponyklasse van de International Horse Show in Londen. Ook het fanatieke hengstje Little Ruby valt er in de smaak van het publiek. Volgens de krant The Morning Leader zal het Nederlandse adres van de eigenaresse een puzzel zijn geweest voor het postkantoor. De show in de Olympia hallen is verreweg de belangrijkste show op aarde voor de paardensport. De meest extravagante ook; miljonairsvrouwen flaneren er bij aankomst op de rode loper, zo ook zal Joan van Nievelt er vanaf 1911 haar opwachting maken. “Ontzaglijk veel kosten wendde de directie der show andermaal aan voor de versiering der zaal, wier praal van bloemen en groen bekleedsel, met een zee van electrisch licht, een lust voor de oogen is”, schrijft De Telegraaf.

Engelse stalhulp
De stallen op Hoogwolde staan in rap tempo vol met beloftevolle paarden: in de eerste jaren komen onder andere Pick ‘m Up, Lord, Guy Vernon, Bantam King, Goldfinch en Squire uit in de sport onder de stalnaam ‘Holland’. Ze reizen naar concoursen met name centraal in het land: Amsterdam, Haarlem, Wageningen en als hoogtepunt de ‘thuiswedstrijd’ in Den Haag. Maar Engeland lonkt, daar gebeurt het.
Het seizoen 1913 begint opnieuw in Londen, namelijk op de Hackney Show, waar Van Nievelt een plaats op de tribune inneemt naast Baron van Voorst tot Voorst uit Elden: twee Nederlanders die niet alleen exclusieve paarden in Engeland kopen, maar er ook de concurrentie mee aangaan in het moederland van de hackney.
Van Nievelt heeft nu meerdere jonge pony’s op stal, waaronder Holland Horan Bromus, Holland King en Holland Flirt, die haar klasse in Olympia weet te winnen. Om die Engelse pony’s te trainen en uit te brengen zijn op Hoogwolde Engelse vaklieden: “Strapper – wanted immediately a single man in Hackney Stud: must be a good runner and worker. Apply Thompson, Holland Hackney Stud, Wassenaar Holland.” (Yorkshire Post, 4-8-1913). Voor Engelse expertise hoeft Van Nievelt echter niet ver te zoeken, want trainer en handelaar in showpaarden Jack Washington heeft zich aan de Haagse Theresiastraat gevestigd. Washington mag Van Nievelt tot zijn cliëntèle rekenen en brengt ook hackneys voor haar uit.

Klein wereldje
1913 is ook in Nederland een goed jaar met overwinningen in onder andere Zeist, Alkmaar en Wageningen. Van het ‘zeer geslaagde’ concours hippique in Wageningen plaatst De Revue der Sporten in juni 1913 een foto van Holland King en Holland Squire, de winnaars van de rubrieken enkelspannen van particulieren, boven en onder de 1,55 meter schofthoogte. Op de foto poseert mijnheer Van Nievelt tussen de paarden met de door King gewonnen beker. Het typeert wel een beetje de Van Nievelts: zij is meest gecharmeerd van de kleine hackneys, terwijl hij een voorliefde heeft voor de grotere maat en voor rijpaarden. De wisselprijs is overigens uitgeloofd door notabene Jack M. Washington; het is een klein wereldje.
Twee weken later behaalt dezelfde King een tweede plaats op de International Horse Show in Londen, maar het vele reizen straft zich gelijk, want wanneer de driejarige in de eerste week van juli, goed en wel weer terug op Nederlandse bodem moet presteren op het Nederlands kampioenschap in Den Haag komt hij met een ‘eervolle vermelding’ aan de staart te staan. In London hadden de Van Nievelts vijf paarden ingeschreven, waaronder de bruine rijpaardmerrie Radiance.
In maart 1914 schrijft het tijdschrift Nederlandsche Sport niet zonder enige trots over de resultaten van Van Nievelts hackneys op de Londense Hackney Show, met name over het feit dat de in ons land gefokte Holland Nimbus in de ponyklasse wint. Holland Prince Consort eindigt onder andere tweede in de nieuwelingsklasse tegen 24 concurrenten. Holland Horan Bromus komt vierde te staan bij de ponyhengsten. “Deze concurrentie was bijzonder zwaar, daar Bromus eerst drie jaar oud is en de winner elf jaar. Mevrouw van Nievelt zij hartelijk geluk gewenscht met deze prachtige overwinningen. Dit is zeer zeker een aardige belooning voor de groote moeite en kosten, die zij zich getroost in Holland iets te fokken, wat in het buitenland, zelfs in Engeland, het land der Hackneys, kan zegevieren.”

Holland Cup
De grote International Horse Show staat opnieuw op het programma, waar Nimbus eerste komt te staan. Zelfs de Britse kranten noemen Joan van Nievelt nu in één adem met ‘leading lady’s’ als Silvia Brocklebank en Ella Ross, naast multimiljonair Walter Winans, de Amerikanen Alfred Vanderbilt en Judge Moore, en Britten als Edward Stern, Faudel Phillips, mensen die bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van de mensport in het Angelsaksische deel van de wereld. Om mee te spelen in deze society kringen looft mevrouw Van Nievelt haar eigen Holland Cup uit voor de: ‘ladies’ hacks over 15.2 hands, ridden by ladies’, een rubriek voor damesrijpaarden, een categorie waarin ze geen kans maakt om met haar eigen Cup naar huis te gaan.
Er speelde nog een aspect, namelijk dat de Van Nievelts op de vooravond van de Eerste Wereldoorlog een tweede thuis hadden gevonden in het Engelse Westhumble, twee kilometer ter noorden van Dorking, in het graafschap Surrey. Ze wonen er op Camilla Lacey, de vroegere residentie van de achttiende-eeuwse schrijfster Fanny Burney, die het geld voor de bouw verdiende met de roman ‘Camilla’. Hoe de eigendomsverhouding met de oude bewoner van het huis, de politicus Leverton Harris, precies zit en wie waar woont is op dat moment nog onduidelijk. Van Nievelt kende de vader van Leverton Harris als zakenrelatie in het scheepswezen.
Gedurende acht jaar spelen de kleine en grote hackneys in de stallen van Camilla Lacey een rol op de concoursen, van de Royal Richmond Horse Show tot in Olympia. Holland Naughty Fire, Holland Naughty Girl, Holland Cynthia, Braisfield Fusee, Miss Lofty (in 1916 gekocht van de douairière Drory de Perez), First of All en andere, maar bovenal Holland Dark Legend. Als vaste trainer werkt ene Stilwell. En telkens reizen de paarden die uitkomen op concours heen en weer tussen Nederland en Engeland.

Uit de brand
In april 1919 brandt het grote landhuis Camilla Lacey volledig af en de manuscripten, brieven en portretten van romanschrijfster Fanny Burney, verzameld door Leverton Harris, gaan daarbij verloren. Alleen de muren staan nog overeind. Mijnheer van Nievelt laat het huis prompt herbouwen in Tudorstijl, met Gotische hal, vier ontvangstkamers, hal om te dineren, dertien slaapkamers, geheel gelambriseerd met eiken, centrale verwarming, elektrisch licht, waterleiding, telefoon en garage. Het huis hangt vol met een collectie Engelse, Vlaamse en Italiaanse meesters, vermoedelijk uit de erfenis van haar ouders. Verder behelst het landgoed 32 hectare, een binnen-manege, stallen en acht cottages. Van Nievelt heeft ondertussen een deel van de Deli activiteiten ondergebracht in een Engelse firma.
De concourspaarden blijven heen en weer reizen. Het is bijna cynisch dat met name Holland Porchfire en Naughty Fire vijf maanden na de brand in Engeland zo goed presteren op het concours in Den Haag. De stal pakt er groots uit met zeven paarden. Geld speelt nog geen grote rol: een bod van vierduizend guineas op Dark Legend wordt afgeslagen.
In 1921 maakt Dark Legend zijn faam wederom waar door een overwinning op het concours in Den Haag. “Iets machtigs in alles”, complimenteert De Telegraaf zijn optreden. Ook Naughty Fire (“een steppertje met heel wat meer klas”, aldus de Nieuwe Courant), Holland Donah en het jachtpaard Holland Crystal komen in de showring van het Haagse Houtrust. Crystal wint het rijpaardenkampioenschap in Olympia, Londen, dat jaar.

Einde in zicht
Het is twaalf jaar lang een ongekend succesverhaal in met name de tuigpaardensport. Toch komt in 1922, ondanks haar verkiezing in januari als een van de vicevoorzitters van de Engelse associatie van concoursdeelnemers,  een geleidelijk einde in zicht van de paardenhobby. Door de zorgelijke ontwikkelingen met de Deli Maatschappij en het vorstelijke leven van de Van Nievelts raakt de bodem van de schatkist in zicht. 26 hackneys van de Holland Stud gaan in een publieke veiling in maart van de hand. In april verschijnt Dark Legend in april nog op naam van Van Nievelt op de show in Doncaster, waar hij het opneemt tegen de befaamde Knight Commander van de Nederlandse paardenhandelaar Gradus van der Haar. Het zijn de twee beste hackneys van hun tijd. Gedurende het seizoen laat mevrouw Van Nievelt als vanouds haar gezicht zien op de horse shows. Het tijdschrift Illustrated Sporting and Dramatic News bejubelt in augustus nog de successen van mevrouw en haar paarden. Maar een maand later, in september, verschijnt de aankondiging dat de resterende 51 paarden van de Holland Stud in een veiling komen.
“Camilla Lacey, nabij Dorking, is wereldberoemd als de thuisbasis van de bekende hackney-stoeterij van mevrouw Van Nievelt van Hattum. Bij de opheffing van deze stoeterij brachten de paarden een indrukwekkend gemiddelde van £115 per stuk opbrachten. De hoogste prijzen van de dag werden betaald door de heer C.F. Kenyon, zelf een bekende hackney-fokker en eigenaar van de beroemde Bricket Fusilier. Deze heer betaalde 1.500 guineas voor de hengst Braishfield Fuse en 500 guineas voor Bricket Fuchsia. De heer Robert Black betaalde 300 guineas voor de hengst Carleton Gay Fashion, terwijl de beroemde showpony Naughty Fire 925 guineas opbracht”, aldus The Sphere op 7 oktober 1922.

Wonen in de stal
In november gevolgd door de verkoop van het totale landgoed Camilla Lacey. Hetzelfde gebeurt in Wassenaar, waar tegelijkertijd de gehele inboedel van Hoogwolde bij opbod in de verkoop gaat, niet alleen de koppen, schotels en Steinway vleugel, ook haar collier met 304 parels en diadeem bezet met parels en briljanten. Tot de topstukken behoort een gobelin uit Oudenaerde uit het jaar 903, dat in de Gotische hal van het huis hangt. Over de veiling die 108.600,- gulden opbracht schrijft Het Vaderland (20-11): “Er lag een melankolie over huis en park van Hoogwolde gespreid. Als op een slagveld… wie had het gedacht, toen nog de schittering en de bloei leefden op Hoogwolde!”.
De nieuwe eigenaar van het landhuis Hoogwolde is de bankier en fervent jachtliefhebber mr. Abraham Capadose. Een andere nieuwe bewoner van het landgoed is de paardentrainer Jack Washington, die na zijn faillissement zijn intrek neemt in een deel van de stallen. Ook hij merkt dat een deel van zijn klanten in zwaarder weer is beland.
Vooralsnog heeft het echtpaar Van Nievelt nog genoeg liquide middelen om het grootste stalgebouw op het landgoed te verbouwen tot een knappe villa met rieten dak. Ze noemen het villa De Kruysstêe. In 1928 brandt deze villa tot op de grond toe af: mijnheer Van Nievelt ziet ’s ochtends om half negen rook tussen de planken van de slaapkamervloer omhoog komen. Terwijl hij met een bijl door de vloer hakt om bij de brandhaard, die vermoedelijk in de buurt van de warmwaterketel zat, te komen, gooit het huispersoneel emmers water op het rieten dak. Mevrouw belt de brandweer. Maar het mag allemaal niet baten. “Het huis was niet hoog verzekerd”, weet de Haagsche Courant.
Het zal een zoete herinnering wanneer Ons Paard in 1929 weet te berichten dat Holland Magnet op de National Horse Show in New York een derde plaats behaalt: “Deze zal wel afkomstig zijn van de vroegere fokkerij in Engeland, toebehorende aan Mevr. Van Nievelt.”
De Van Nievelts hebben twee zonen: de ingenieur Hendrik Antonie jr en Erik Jan, kantoorbediende bij petroleummaatschappij. Ze hebben goede banen en dat is prettig nu het ooit zo onmetelijke familiekapitaal in de crisis is verdampt. De jongste is al de deur uit, wanneer hun ouders in 1932 verhuizen naar de Zeekant 54 in Scheveningen. Het is een doodgewone woning, waarmee de tijd van suikerpaleizen, Vlaamse meesters aan de muur en paardenshows in Londen definitief voorbij is. Twee jaar later komt mevrouw te overlijden.

Het luxueuze landhuis in Wassenaar ging in de jaren vijftig tegen de vlakte en het enige dat nu nog herinnert aan Hoogwolde is de garage annex chauffeurswoning, met daarnaast het smeedijzeren toegangshek met opschrift ‘Hoog’ en ‘wolde’. Het is vanaf de doorgaande weg van Den Haag naar Wassenaar aan de linkerzijde (Rijksstraatweg 554) te zien.

Waar het geld vandaan kwam
Hendrik Antonie van Nievelt volgde zijn vader, na diens overlijden in 1903, op als directeur van de Rotterdamse Deli Maatschappij. Als oudste van de kinderen was hij er voor klaargestoomd. Maar het waren financieel grote schoenen om in te staan, want vader liet ook een scheepsrederij na, een kolenhandel en een beleggingsportefeuille met bijvoorbeeld aandelen in een hypotheekbank. Het haakte allemaal in elkaar: de stoomschepen van Van Nievelt & Co voeren op Sumatra, en aldaar was geïnvesteerd in plantages, ten dele onder de vlag van Deli. De Deli Maatschappij exploiteerde 120.000 hectare en gaf met haar activiteiten een impuls voor een sterke groei van de stad Medan. Het bedrijf haalde na 1880 zeker twintigduizend koelies uit China. Vanuit Sumatra zijn er een half miljoen Chinezen en Javanen gerekruteerd. “Ze leefden onder barbaarse omstandigheden op de plantages”, zegt een Indonesisch onderzoeker. Dat ging door onder Van Nievelt junior tot eind jaren twintig van de vorige eeuw. Aan de ooit zo grote verdiensten uit de koloniën kwam een definitief einde met de recessie van 1929. Het toenmalige hoofdkantoor van de Deli Maatschappij in Medan is tegenwoordig het paleis van de Gouverneur van Noord-Sumatra.

Ariaantje Petronella Anna van Hattum hoefde voor het geld niet aan te kloppen bij haar echtgenote, want zij kwam uit een Sliedrechtse baggeraarsfamilie. Haar vader Jan Christiaan van Hattum (1837-1909), die als JC door het leven ging, bouwde het familiebedrijf uit tot een concern, dat een vooraanstaande rol speelde bij het graven van het Panamakanaal, Noordzee- en Suezkanaal en werkte aan zeeweringen, spoorlijnen en bruggen tijdens een groeiende economie. Als baggeraar verdiende JC een fortuin. Hij kocht voor 17.000 gulden de ambachtsheerlijke rechten van Ellewoutsdijk over van zijn schoonmoeder. Daarmee werd hij meteen eigenaar van het dan nog bescheiden buitenhuis Zorgvliet en het daarbij behorende burchtterrein aan de overkant van de weg. In 1880 en volgende jaren kreeg het huis een nieuwe vleugel in de Oriëntstijl die het huis al kenmerkte. Bij oplevering waren er 29 kamers gerealiseerd, met drie schilderijzalen voor de kunstcollectie van JC, een toneelzaal met een draaiend podium, en er was centrale verwarming. In de tuin stond onder andere een prieel dat was aangekocht op de wereldexpo van Parijs in 1889. Zorgvliet straalde allure uit als zomerresidentie. Bij de bevrijding van 1944 werd het platgebombardeerd. Klik op de foto voor historische filmbeelden van het ‘suikerpaleis’:


Hoogwolde in volle glorie van de voorzijde.


De merrie Tissington Kiddy op het concours hippique in Den Haag, 1910.


De donkerbruine vosruin Holland Lord als winnaar van het concours
hippique in Tiel (De Revue der Sporten 6-9-1911).


Links Holland King en rechts Holland Squire, winnaars in enkelspan
grote en kleine maat op het concours in Wageningen 1913.
Hendrik Antonie van Nievelt houdt de kampioensbeker vast.


Joan van Nievelt-van Hattum in de ‘Illustrated Sporting and Dramatic News’
van 12 august 1922, naar aanleiding van de International Horse Show in Londen.


Holland First of All op het concours in Wageningen
(Algemeen Nederlandsch Sportblad 24-6-1914).


Camilla Lacey, de vroegere residentie van de
achttiende-eeuwse schrijfster Fanny Burney,
voor de brand.


Miss Lofty in Hoofddorp (Revue der Sporten 24-7-1918).


(Het Vaderland 30-5-1934)


Hoogwolde in juni 1952, kort voor de sloop.