Na de start vorige week van het rijtuigproject van Kasteel De Haar is het nog betrekkelijk rustig in het restauratiecentrum in Balkbrug. De drie rijtuigen zijn uitgeladen. Restaurator Maria Stolk: “We hadden de afbladderende verf van de Grand Duc al voor het transport gefixeerd, anders waren de fijn geschilderde familiewapens zeker verloren gegaan.” Ze heeft nu vooral vragen over de ontbrekende kussens op de jachtbreak, het eerste rijtuig dat aan de beurt komt. Zijn het zachte kussens geweest of zaten de passagiers op een gestoffeerd houten frame?
De jachtbreak is gebouwd door Mühlbacher in Parijs, aan het einde van de 19de eeuw de oudste rijtuigfabrikant van Parijs en toonaangevende voor de gehele wereld. Deze break is niet de enige die daar is gemaakt, het was een standaardmodel dat de rijke clientèle naar wens kon laten aanpassen. Zo wilde de familie Van Zuylen van Nijevelt er een extra verhoogde knechtenbank achterop en een voetrem, waarvan het pedaal is op te klappen. “Toch vraag je je ieder keer af, wat is origineel en hoe is het tot stand gekomen”, vraagt Maria Stolk terwijl ze twijfelt aan de voetrem aan de hand van stiksels in een valletje. Ze bekijkt het als een ware rechercheur. Crime Scene Investigation in Balkbrug. “Het kan ook best zo zijn dat er een standaardbekleding is gemaakt en dit later, nog in de fabriek, is aangepast. En kijk naar de knechtenbank, als de wagen vol zit hangt hij behoorlijk door zijn veren, klopt dat dan?” Het zijn de eeuwige twijfels die een groot deel van haar tijd opslokken. Toch kan ze niet anders dan constateren. Om te bepalen welke kussens er op horen zijn er oude foto’s, waarop zachte kussens zijn te zien. “Maar die wippen wat op, dat kan toch niet zo door een kwaliteitsbouwer zijn afgeleverd? Vandaar dat we al aan houten frames waren begonnen, maar dat blijkt toch niet origineel te zijn.” Wereldwijd zijn er nog een stuk of zeven van deze jachtbreaks van Mühlbacher bewaard gebleven. In Argentinië, Frankrijk en Nederland. Eentje in België lijkt zijn originele kussens nog te hebben. Van geweven laken. Mogelijk kan dit model staan voor de bekleding van de break van De Haar. Projectleider Claas Conijn gaat die knoop in de komende tijd doorhakken. Hij legt nog even uit, waarom het zo belangrijk is dat kasteel De Haar zo moeite doet voor drie notabene Franse rijtuigen. “Er is, op het Koninklijk Staldepartement na, vrijwel geen kasteel of buitenplaats meer waar zo’n imposante collectie rijtuigen bij elkaar is gebleven en zeker niet in deze kwaliteit.” Het is een monumentaal ensemble. En met ‘kwaliteit’ doelt Conijn niet alleen op de naam van de fabrikant, vooral ook op het feit dat de rijtuigen nog in oude staat zijn. “Zelfs al bladdert de verf er af en zijn die zitkussens verdwenen, dat we de oude verflagen en stoffen nog hebben is erg waardevol, daarmee kunnen we die materialen en technieken ook aan volgende generaties doorgeven.” En alleen al daarom kiest Maria Stolk niet voor een paar willekeurige kussens en een leuk lapje stof van de markt.
De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Foto boven: De aflevering van de jachtbreak van Kasteel de Haar op het restauratiecentrum. Van de Grand Duc was de afbladderende verf (aan de zijkant goed te zien) al voor transport gefixeerd.